Longitudinale praktijkobservaties zijn observaties vanuit meerdere invalshoeken die inzicht geven in het professionele gedrag van de student over een zekere tijdsperiode. Deze observaties zijn nodig om zicht te krijgen op of de student integer, betrouwbaar, bescheiden en proactief is. Deze categorie toetsinstrumenten wordt alleen toegepast in de praktijk (zorginstellingen).
Wat wordt er getoetst?
Hoe zien anderen, ook niet direct betrokkenen bij de opleiding, de student functioneren binnen de afdeling, onder andere met betrekking tot de vertrouwenscriteria. De student krijgt inzicht in mogelijke verschillen in de eigen opvatting en die van anderen over het functioneren.
Zorginstelling
Toetsinstrument:
- 360 graden feedback
- multi-source feedback
De student:
De student reflecteert op een specifieke gebeurtenis.
De volgende elementen moeten herkenbaar zijn:
- Beschrijving van de ervaring
- Bewustwording
- Beïnvloedende factoren
- Leerrendement
- Alternatieven
Evaluatie leerproces:
De student gaat na in hoeverre leerdoelen en afspraken zijn bereikt, wat mee- en tegenviel en wat hij/zij de volgende keer anders zou doen
Hoe wordt de toets beoordeeld?
Aan de hand van een gesprek tussen de student en een (werk)begeleider.
Wie geeft er feedback?
(Werk)begeleider