Uitgangspunten
Om een professionele activiteit te kunnen toevertrouwen aan een student, moet duidelijk zijn of een student weet wat hij/zij doet, waarom en hoe ze in een afwijkende situatie zou moeten handelen. Door een case-based discussie (CBD) krijgt de begeleider hier zicht op én krijgt de begeleider een indicatie of de student in situaties die niet zijn geobserveerd weet hoe te handelen. Dit draagt bij aan het opbouwen van het vertrouwen. De centrale vraag die je met een CBD wilt beantwoorden is: ‘Kan ik de student deze professionele activiteit toevertrouwen in verschillende situaties?’
Uitvoering
Bij een case-based discussie (ook wel entrustment-based discussie genoemd) voeren de student en begeleider(s) na het uitvoeren van een professionele activiteit een gesprek over een recente casus (bijvoorbeeld een zorgvrager/situatie die zich die dag heeft voorgedaan). In de bespreking van de casus wordt getoetst hoe het kennisniveau is en het niveau van klinisch redeneren. In het gesprek kunnen variaties op de daadwerkelijke casus worden besproken om na te gaan hoe de student hiermee om zou gaan. Een CBD kan in het e-portfolio worden gekoppeld aan verschillende EPA’s.
Maak een CBD niet te lang: streef naar ongeveer 15 a 20 minuten en maximaal 45 minuten.
Een CBD kan lijken op het gesprek dat begeleiders soms met een student hebben om in te schatten of ze de student een activiteit bij een bepaalde zorgvrager kunnen laten uitvoeren. Het belangrijke verschil is dat van het CBD een formulier in het e-portfolio wordt opgenomen.
Een belangrijk verschil met eventuele andere vormen van casustoetsing, verwerkingsopdrachten etc. is dat een CBD in het reguliere werk plaatsvindt, op basis van casuïstiek die zich op dat moment voordoet en dat er geen schriftelijke voorbereiding van een student wordt gevraagd. Het gaat om het toetsen van de op dat moment aanwezige kennis van de student.
Formulier
Download het vragenformulier voor het toetsinstrument Case based discussie.